“Wijkontwikkeling en gebiedsontwikkeling moeten elkaar versterken, niet tegenwerken.”
Wie wil bouwen aan de wijk van de toekomst, moet eerst bouwen aan relaties in het nu. Maar hoe vind je de weg van de super lokale geleefde stad, naar de grote opgaven van de geplande stad? Van de afvalbak naar de veerkrachtige wijk? Dat begint met ogenschijnlijk eenvoudige basisvoorwaarden: een honk, goed luisteren, samenwerken. “Alleen als burgers vertrouwen hebben in de overheid, kun je werken aan een betere wijk.”
“Vraag mensen waar ze wakker van liggen en het antwoord is zeker niet: hoe we de wijk in 2030 of 2040 veerkrachtiger en toekomstbestendiger maken. Nee, mensen liggen wakker van gister, vandaag en morgen. Die willen van ons als gemeente weten: wat doet u vandaag om mijn wereld in het hier en nu te verbeteren. Daarom is schoon, heel en veilig zo’n belangrijk fundament van de wijkaanpak.”
Ik spreek met Frank van Wijngaarden via een zoomverbinding en kijk recht zijn huiskamer in. Van Wijngaarden is projectmanager gebiedsontwikkeling voor de wijk Hillesluis. Hij houdt zich onder meer bezig met de herontwikkeling van de Beijerlandselaan en is wegbereider voor de grote transformatieopgaves die de wijk Hillesluis de komende decennia moet gaan volbrengen.
Aan het gesprek neemt ook Sana el Fizazi deel. “STADSMARINIER” staat er op de deur achter haar te lezen. Ze zit op haar post. El Fizazi moet regelmatig even opstaan om de deur open te doen of een vraag te beantwoorden. Van Wijngaarden heeft haar bij het gesprek uitgenodigd om een punt te maken dit interview: hij kan zijn werk aan de geplande stad alleen goed doen dankzij collega’s zoals zij, die diep in de haarvaten van de ‘geleefde’ stad zitten. Maar ook andersom: om alledaagse problemen goed te lijf te kunnen gaan, hebben de collega’s in de wijk behoefte aan een ontwikkelperspectief vanuit de geplande stad.
“Ik ben voortdurend bezig met de problemen van vandaag en gisteren”, beaamt El Fizazi. “Een bericht uit een bewonersgroep, een melding van een professional. We zijn wel veel reactief bezig. Ik zou meer op zoek willen naar de onderstroom van de knelpunten die we tegenkomen, die structureler aanpakken, zodat je niet vijf keer dezelfde melding krijgt. In die zin mis ik de geplande stad.”
De taak van de stadsmarinier is om te zorgen voor een leefbare en veilige wijk. Een werkdag bestaat dus vooral uit afval en overlast. “Ze noemen me weleens de boeteheks hier. Dat klopt wel een beetje. Maar het is ook belangrijk dat mensen weten dat ze zich moeten gedragen.”
Zij kan haar werk alleen doen omdat ze een post heeft, denkt El Fizazi. Dat bevordert het samenwerken. Tussen professionals en met bewoners. “Iedereen komt hier. De jongerenwerker, de wijkagent, de wijkteammedewerker. Mijn sleutel wordt continu bijgemaakt.”
Blauwdrukken
Van Wijngaarden is inmiddels alweer bijna zes jaar werkzaam voor Hillesluis en denkt dat hij het werk “nu eindelijk een beetje begint te begrijpen”. Centraal in zijn werk staat het voortdurend schakelen tussen de krachten die van bovenaf op een wijk inwerken en de chaotische werkelijkheid in de wijk zelf. “Je hebt de aanpak van blauwdrukken van bovenaf, waarbij de lijnen verticaal lopen en alles gericht is op sturing en verantwoording. En het ongestructureerde, super lokale en weinig efficiënte netwerk waarbinnen iedereen gelijkwaardig is en er een grote mate van diversiteit is”, zegt Van Wijngaarden.
“Het ene is niet beter dan het andere. Maar je moet er wel voor zorgen dat die aanpakken, die in zekere zin ook tegengestelde krachten zijn, elkaar versterken in plaats van dat ze elkaar tegenwerken. Dus én schoon, heel en veilig én de grote transitieopgaves van 2030-2050. Wat vraagt dat van ons? Hoe werk je samen? En waar ligt de meerwaarde van samenwerken?”
Geleefde stad
De geleefde stad, dat is ook volkomen de habitat van Elma Oosthoek en Angela van der Heijden. Ik spreek ze in hun hoofdkwartier, het Huis van de Wijk. Oosthoek en Van der Heijden werken voor EMI (Hogeschool Rotterdam) in Hillesluis. Zij koppelen studenten van de Hogeschool aan vraagstukken uit de geleefde stad. Daarbij is het essentieel, merken ze, om bewoners als gelijkwaardige gesprekspartners te zien. Oosthoek: “Je moet de wijk met huid en haar beleven, daarom zitten we ook hier in het Huis van de Wijk. Hillesluis is geen lab of dierentuin. De mensen zijn geen aapjes om naar te kijken.”
Studenten worden daarom zorgvuldig voorbereid. De eerste vaardigheid die ze moeten leren: luisteren zonder oordelen. “Alleen dan ontdooit een bewoner en kan er een gesprek ontstaan. En pas dan kun je gaan leren.”
Het woord ‘vertrouwen’ valt vaak in de gesprekken die ik voer met de stadsprofessionals. Dat vertrouwen is fragiel, in wijken als Hillesluis. De bewoners hebben al heel wat generaties professionals langs zien komen, die allemaal ook weer vertrokken. Ondertussen zakte de wijk steeds verder weg in criminaliteit en armoede, vertellen ze.
Het lukt steeds beter om studenten op een positieve manier aan bewoners te koppelen. Soms zorgen ze voor een doorbraak. Zo was er al lange tijd een conflict tussen bewoners en de gemeente over het achterpad aan de Donkerslootstraat. Bewoners wilden die verloederde steeg dicht hebben, maar dit ging niet zomaar. Ze gaven er een positieve draai aan en lieten een student communicatie en mediadesign een ontwerp maken voor wat ze ludiek een ‘steegbeleving’ noemden. “Het was een superingewikkelde vraag”, zegt van der Heijden, “maar uiteindelijk is het gelukt om bewoners actief en bij elkaar te krijgen. Die gaan nu het beheer doen”. Zo kun je, als je oog hebt voor de belangen van de bewoners, soms de druk van de ketel halen met een vrolijke noot.
“Je moet leren luisteren zonder oordelen. Pas dan kan er een gesprek ontstaan”
– Elma Oosthoek, EMI, Hillesluis
Verhalen vangen
Om meer gevoel te krijgen voor de geleefde stad, schakelde Van Wijngaarden zelf een verhalenvanger in. Deze man, de journalist Sulaiman Osman die uit Syrië is gevlucht, is met mensen uit de wijk gaan praten. “Geen enquêtes of tevredenheidsschalen, maar gewoon: hoe gaat het met u? Wat vindt u van deze wijk”. Er komen verhalen uit over het alledaagse leven. Over afval op straat, een plek om te spelen, een veilige oversteekplek. Maar ook over het effect van negatieve beeldvorming over de wijk in de media en het gevoel dat de gemeente er alleen voor de rijke mensen is.
“Als we de mensen uit Hillesluis willen meenemen in de interventies die de gebiedsontwikkeling met zich meebrengt, dan moeten we hun leefwereld snappen”, stelt Van Wijngaarden. “Daarom zijn we actief op zoek gegaan naar wat er leeft in de wijk, wat de noden en behoeften zijn. Dat zijn de bouwstenen voor de stad van morgen. En om dat te begrijpen, moeten we leren luisteren zonder oordelen.”
Hand in Hand
Hoe belangrijk de kleine, geleefde schaal ook is: om een vuist te kunnen maken, moet je ook zoeken naar verbanden op wat hogere schaal, vertelt Van Wijngaarden. Hij noemt als voorbeeld de Beijerlandselaan, de grote winkelstraat in Hillesluis. Die gaat al jaren gebukt onder leegstand en zware criminaliteit. “Het heeft dan geen zin om als overheid te gebieden: u moet het zo doen. Maar andersom, alleen van onderop reageren op initiatieven die er komen, werkt ook niet.”
Rondom de Beijerlandselaan is daarom in 2018 de alliantie Hand in Hand opgericht. In de alliantie werken verschillende clusters van de gemeente samen met verenigingen van eigenaren, de vereniging van ondernemers en de wijkraden. Ron van Gelder, ook trekker van alliantie West-Kruiskade, is procesbegeleider.
“We zijn begonnen met het water rond de criminele ijsberg op te warmen, onder andere met de harde knock-and-talk strategie”, vertelt Van Wijngaarden. “Minstens zo belangrijk is dat we als gemeente zijn gaan investeren in vastgoed. Met 53 winkelpanden is de gemeente nu de grootste vastgoedeigenaar op de Beijerlandselaan. Dat geeft ons positie en zeggenschap en je laat mensen zien dat het je menens is. Maar het is wel een zaak van de lange adem. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.”
“Met 53 winkelpanden is de gemeente nu de grootste vastgoedeigenaar op de Beijerlandselaan. Dat laat mensen zien dat het je menens is.”
– Frank van Wijngaarden, projectmanager gebiedsontwikkeling Hillesluis
El Fizazi merkt op haar beurt het positieve effect van dergelijke ingrepen op haar werk. “Mensen zien letterlijk dat er wat gebeurt. De luifels verdwijnen, ondernemingen vertrekken. Daarmee creëer je ruimte om meer met bewoners te gaan organiseren. Mensen moeten zich eerst veilig en prettig voelen en het idee hebben dat hun stem ertoe doet. Vervolgens kun je verantwoordelijkheid geven. Wat Frank vanuit zijn kamertje thuis doet, helpt dáár juist in.
Krachten
Sterke netwerken maken wijk weerbaarder tegen verandering. En die komen eraan. “De ontwikkeling rondom Feyenoord City is van een gigantische schaal en omvang. Die ontwikkeling gaat Hillesluis zeker raken. Er worden wel bewoners uitgenodigd mee te doen rondom de participatie van Feyenoord City, maar de kloof tussen onze belevingswereld en wat er aan de andere kant van het spoor gebeurt, is veel te groot. Een verbond als alliantie Hand in Hand, dat een behoorlijke status heeft, kan wel volwaardig aan tafel”. Van Wijngaarden vindt dat de gemeente hier ook een rol heeft: ”Die ambtenaar die aan de andere kant van het spoor zit, dat is gewoon mijn collega.”
Maar weerbaarheid is belangrijk, waarschuwt Van Wijngaarden. Als je de markt zijn gang laat gaan en geen regie neemt, wordt de wijk straks overspoeld. Terwijl de wijk juist zo zou kunnen profiteren van de extra voorzieningen en verbeterde bereikbaarheid die de gebiedsontwikkeling met zich mee zullen brengen. “Ik hoop dat we kunnen voorkomen dat er perverse prikkels overslaan naar Hillesluis waardoor mensen die er al veertig of vijftig jaar wonen, uitgesloten worden van de sprong voorwaarts.”
“Hier groeit een generatie op die aan een toekomst wil bouwen. Die moet opgroeien met het idee: hier ben ik onderdeel van en hier heb ik iets over te zeggen.”
– Sana el Fizazi, stadsmarinier Hillesluis
Die weerbaarheid begint in de geleefde stad bij een gesprek over wat er op je af komt. “Als je de toekomst niet kunt overzien, wordt die een bedreiging”, vertelt Oosthoek.
Laat de geleefde Hillesluis dus niet meer los, vinden alle vier mijn gesprekspartners. El Fizazi maakt het belang hiervan heel concreet: “Hillesluis heeft 12000 inwoners en 4000 daarvan is jonger dan 25. Als je die niets biedt, voed je een stroom die over jaren een negatieve terugslag kan hebben op meer dan alleen de wijk. Hier groeit een generatie op die aan een toekomst wil bouwen. Die moet opgroeien met het idee: hier ben ik onderdeel van en hier heb ik iets over te zeggen.”
Met dank aan Frank van Wijngaarden, Sana el Fizazi, Elma Oosthoek en Angela van der Heijden.
Over de serie ‘Plekken in Rotterdam’
Het Stadmakerscongres verbindt abstracte stedelijke opgaven aan concrete plekken en initiatieven die van betekenis zijn voor Rotterdam. Het SMC verkent hoe ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkeling elkaar wederkerig kunnen versterken in de goede groei van de stad. Meer dan ooit voelen we de waarde van ruimte, van ontmoeting, van samenwerking en van de nabijheid van stedelijke functies. Dit jaar geen tours de stad in en geen verbindende sessies in de Schouwburg. Wel workshops op locaties en vele verhalen van stadmakers die samen vormgeven aan een veranderende stad. SMC haalt deze verhalen op en sorteert voor op het moment dat we elkaar weer mogen ontmoeten om ze in verband te brengen.